
Regels snelheid en snelheidslimieten
De basisregels voor snelheid staan in de wegcode en gelden voor alle bestuurders die zich op de openbare weg bevinden. Het zijn in de belangrijkste regels in verband met snelheid om de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers te garanderen.
Daarnaast heb je de snelheidslimieten die de maximaal toegelaten snelheden op bepaalde plaatsen aangeven of die gelden voor bepaalde voertuigen. Maar je moet altijd aan de basisregels voldoen voor je veilig de maximaal toegelaten snelheid kunt of mag rijden.
Algemene basisregels snelheid voor bestuurders
Je moet altijd je snelheid aanpassen aan:
- de andere weggebruikers, in het bijzonder de meest kwetsbaren (kinderen, senioren, personen met een beperking)
- de weersomstandigheden
- de plaatsgesteldheid en eventuele belemmeringen (bijvoorbeeld wegenwerken)
- de verkeersdrukte
- het zicht
- de staat van de weg
- de staat en de lading van je voertuig
Veiligheidsafstand
Je moet voldoende veiligheidsafstand houden tot je voorligger. Hoe sneller je rijdt, hoe meer tussenafstand je moet laten. Er is een eenvoudige manier om na te gaan of genoeg afstand houdt.
Kunnen stoppen
Je moet in alle omstandigheden kunnen stoppen voor een hindernis die je kunt voorzien.
Niet aansporen of uitdagen
Je mag andere bestuurders niet aansporen of uitdagen om overdreven snel te rijden.
Ook al hou je je bijvoorbeeld op een 70 km/u-weg strikt aan de snelheidslimiet, dan nog kan je snelheid ‘onaangepast’ zijn als je bijvoorbeeld geen rekening houdt met slechte weersomstandigheden of druk verkeer. De basisregels zijn altijd van toepassing.
De basisregels gelden voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers, speed pedelecs en bromfietsers.
Algemene snelheidslimieten in België
- Binnen de bebouwde kom mag je maximaal 50 km/u in Vlaanderen en Wallonië. 30 km/u in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Buiten de bebouwde kom mag je in Vlaanderen en Brussel maximaal 70 km/u, in Wallonië is dat 90 km/u.
- Op autosnelwegen en wegen met minimaal 2 rijstroken in elke richting gescheiden door een middenberm mag je maximaal 120 km/u.
Snelheden buiten bebouwde kom in Vlaanderen |
Autosnelweg en 2 x2 rijvakken met middenberm |
2 x 2 rijvakken met wegmarkeringen gescheiden |
Andere wegen |
Personenwagens | 120 | 70 | 70 |
Voertuigen en slepen + 3,5 ton | 90 | 70 | 70 |
Voertuigen en slepen + 7,5 ton | 90 | 60 | 60 |
Autobussen en -cars* | 90 | 70 | 70 |
*Uitzondering autocars zie hoger.
Uitzonderingen snelheidslimieten
Snelheidsbeperkingen voor bepaalde voertuigen
Voor bepaalde voertuigen gelden er specifieke snelheidsbeperkingen. Die mag je natuurlijk nooit overschrijden, waar je ook rijdt. Enkele voorbeelden:
- Met een bromfiets mag je niet sneller dan 25km /u (klasse A) of 45 km/u (klasse B), ook al rij je op een weg waar andere voertuigen maximaal 50 km/u mogen rijden.
- Bussen*, voertuigen en slepen van meer dan 3,5 ton mogen nooit sneller rijden dan 90 km/u, ook niet als ze op een autosnelweg rijden. Uiteraard moeten ze zich aan de snelheidslimieten houden als die lager zijn bv. 50 km/u in de bebouwde kom of 70 km/u buiten de bebouwde kom.
*Autocars mogen maximaal 100 km/u op de autosnelweg, op voorwaarde dat alle zitplaatsen zijn uitgerust met een veiligheidsgordel en als ze een snelheidsbegrenzer tot 100 km/u hebben.
Afwijkingen algemene snelheidslimieten op bepaalde plaatsen aangegeven door borden
Op sommige plaatsen moet je toch trager rijden of mag je sneller rijden dan de algemene regels voorschrijven. Dan is dat altijd aangegeven met een verkeersbord. Enkele voorbeelden:
- Binnen de bebouwde kom geldt een algemene snelheidslimiet van 50 km/u in Vlaanderen en Wallonië, 30 km/u in Brussel. Op belangrijke verkeersaders kan die maximumsnelheid echter worden opgetrokken tot 70 km/u.
- Binnen de bebouwde kom zijn er ook veel plaatsen met een lagere snelheidslimiet dan 50 km/u, bijvoorbeeld zone 30- gebieden of woonerven.
Verkeersborden snelheid
Dit verkeersbord geeft aan wat de maximale snelheid is, als ze afwijkt van de algemene snelheidslimieten. Het is geldig tot en met het volgende kruispunt of tot een volgende verkeersbord dat dezelfde of een andere snelheidslimiet aangeeft.
Deze borden duiden het begin en einde van de bebouwde kom aan. In de bebouwde kom mag je maximaal 50 km/u, tenzij een bord een andere maximumsnelheid aangeeft.
Kom je een ‘zone-bord’ tegen, dan geldt de vermelde snelheidslimiet binnen een bepaalde zone, bijvoorbeeld een volledige wijk, stadskern of dorpskom. De zone en de bijhorende snelheidsbeperking eindigt waar het bord ‘einde zone’ (zwarte streep door grijze tekst) staat.
Deze borden duiden het begin en einde van een autosnelweg aan. Op een autosnelweg is de snelheidslimiet 120 km/u, tenzij borden het anders aangeven. Op een autosnelweg geldt bovendien een minimumsnelheid van 70 km/u. Bij file vervalt de minimumsnelheid uiteraard.
Het begin en einde van een autoweg herken je aan deze borden. De snelheidslimiet kan variëren, afhankelijk van het type weg. De maximumsnelheid wordt altijd aangegeven met borden.
Bevind je je in een erf (bv. een winkelgebied) of woonerf, dan zie je deze borden aan het begin en einde. Je mag er niet sneller rijden dan 20 km/u (ook niet als fietser)!
Dit bord staat bij een ‘verhoogde inrichting’, ook een verkeersdrempel of -plateau genoemd. Wist je dat je er maximaal met 30 km/u over mag rijden?
Dit verkeersbord geeft aan dat er een verschillende snelheidslimiet geldt op de verschillende rijstroken. Uiterst rechts mag je maximaal 60 km/u. Op de middelste rijstrook is de limiet 80 km/u.
Dit verkeersbord duidt een fietsstraat aan. In fietsstraten geldt een snelheidslimiet van 30 km/u, ook voor fietsers en speed pedelecs!