Plaats op de weg: waar moet je fietsen?
Als er geen fietspad is
Rechts op de rijbaan
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.
Parkeerzones, bermen, trottoirs
- Je mag ook op parkeerzones of gelijkgrondse bermen rijden als die rechts in je rijrichting liggen. Let wel op. Op die laatste plaatsen moet je voorrang verlenen aan de andere weggebruikers en je hebt geen voorrang als je terug op de rijbaan komt. Doe dit dus alleen als er over een lange afstand geen auto’s geparkeerd staan. Begin niet tussen de geparkeerde auto’s te slalommen. Breng jezelf niet in gevaar!
- Buiten de bebouwde kom mag je zelfs op trottoirs en verhoogde bermen rijden rechts in je rijrichting. Onder dezelfde voorwaarden.
- Kinderen jonger dan 10 jaar mogen altijd op het trottoir en verhoogde bermen rijden.
Zo dicht mogelijk tegen de rechterrand? Ja en neen
Uitzonderingen
Je bent niet verplicht om zo dicht mogelijk tegen de rechterrand te rijden:
- op pleinen
- op rotondes (zonder fietspad)
- op rijstroken met pijlen die de richting aangeven die je uit moet
- in een fietszone
Denk aan je veiligheid
Zo dicht mogelijk tegen de rechterrand betekent niet dat je jezelf in gevaar hoeft te brengen:
- Ga niet in de goot rijden.
- Rij niet te dicht tegen geparkeerde auto’s, gevaar voor openslaande portieren.
- Neem wat extra ruimte in, zodat je eventueel zelf ook nog wat naar rechts kunt uitwijken als er bijvoorbeeld een put in de weg zit of een hindernis opduikt. Als je te dicht bij de rechterrand rijdt, kun je alleen naar links uitwijken, dat is de kant waar het verkeer rijdt.
- Wat extra ruimte is ook goed om niet rakelings door andere voertuigen ingehaald te worden. Je hebt dan nog wat plaats over om zelf wat naar rechts ‘op te schuiven’.
Fietssuggestiestroken
- zijn geen fietspaden
- soms aangebracht in smalle straten
- andere kleur dan de rijbaan
- zijn deel van de rijbaan, andere bestuurders mogen/moeten er ook over rijden
Functie:
- fietser zichtbaarder maken in het verkeer
- andere weggebruikers attent maken op plaatsen waar ze fietsers mogen verwachten
- fietser hoeft zich niet te laten verdringen in smalle straten
Als er wél een fietspad is
- Je bent verplicht om het fietspad te gebruiken als er een is en het berijdbaar is.
- Het fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
Het fietspad kan aangeduid zijn op twee manieren:
1) Een verkeersbord dat een fietspad aanduidt
- Een verkeersbord duidt meteen ook de rijrichting aan, meestal rechts.
- Alleen als het verkeersbord ook aan de andere kant staat, gaat het om een tweerichtingsfietspad dat ook links in de rijrichting gebruikt moet worden.
- Soms staat er ook een bord dat aanduidt dat fietsers aan de ene kant moeten rijden en voetgangers aan de ander moeten stappen. Zowel op het bord als op de straat zie je een scheidingslijn (kan ook door een andere kleur of ander materiaal op straat) om aan te geven wie waar hoort.
Niet te verwarren met dat andere bord (zie foto hieronder) dat aangeeft dat een deel van weg voorbehouden is voor fietsers en voetgangers. Daar delen ze de ruimte. De fietsers mogen de voetgangers niet in gevaar brengen.
2) Wegmarkeringen die een fietspad aanduiden
- Twee evenwijdige witte onderbroken strepen op het wegdek, kunnen ook een fietspad aanduiden. In principe staat hier geen verkeersbord bij. Als het fietspad met onderbroken strepen is aangeduid, moet je het ook verplicht gebruiken, rechts in je rijrichting. Fietspaden die zo aangeduid zijn, zijn nooit tweerichtingsfietspaden.