
Wintertips voor fietsers
Voor je vertrekt
- Zet je zadel wat lager. Zo ligt je zwaartepunt lager en kun je gemakkelijker met je voeten bij de grond als je plots moet remmen of uitglijdt.
- Laat wat lucht uit je banden, zo krijg je meer grip. Hoe breder je band, hoe meer grip. Er bestaan ook speciale winterbanden voor de fiets.
- Check het profiel van je banden, hoe dieper de groeven zijn, hoe meer grip je hebt. Met versleten banden glijd je sneller uit.
- Winterweer geeft extra kans op valpartijen voor fietsers. Een fietshelm biedt dan extra bescherming tegen mogelijke hoofdletsels.
- Winterweer bemoeilijkt de zichtbaarheid voor alle weggebruikers. Zet zeker altijd je fietsverlichting aan bij mist, felle regen of sneeuwval. Voor fietsers is het ook een goed idee om dan een fluohesje te dragen om extra op te vallen voor andere bestuurders.
Tijdens de rit
Kijken
- Kijk naar de weg: glinsterende klinkers of asfalt wijzen op ijzel.
- Kijk ver vooruit, om te anticiperen op onverwachte situaties of mogelijke obstakels.
Evenwicht en snelheid
- Hou altijd beide handen aan het stuur.
- Probeer een constante snelheid aan te houden.
- Vermijd abrupt remmen en versnellen.
- Rem geleidelijk en gebruik altijd beide remmen tegelijk.
- Let extra op in bochten. Vertraag voor je de bocht neemt, vermijd afremmen of versnellen in de bocht.
- In een hogere versnelling, blijft je aangedreven wiel stabieler. Zo glijd je minder snel uit.
Plaats op de weg of het fietspad
- Vermijd de rand van de weg of het fietspad als er sneeuw ligt. Vaak zit daar een boordsteen of goot onder verborgen, en het is ook de plek waar sneeuw en ijs zich ophopen.
- Een spoor van platgereden sneeuw is vaak erg glad. Fiets door verse sneeuw, daarop heb je iets meer grip en die vriest minder snel vast.
- Hou meer afstand van andere fietsers dan bij normale weersomstandigheden. Ook zij kunnen onverwachts uitglijden waardoor je moet uitwijken.
Elektrische fiets
- Zet de trapondersteuning op een lager niveau. Zo hou je meer controle over je trapkracht.