Overweeg of je je vertrek niet kunt uitstellen bij heel slecht weer (check waarschuwingen van KMI en Vlaams Verkeerscentrum).
Voor je vertrekt
Controleer of al je lichten nog goed werken.
Check of je ruitenwissers het nog goed doen.
Zorg voor ruitenwisservloeistof met antivries.
Ontdooi de ruiten sneller door airco en ventilatie tegelijk op te zetten.
Zet de achterruitverwarming aan (tegelijk ook spiegelverwarming in veel auto’s).
Maak alle autoruiten en de buitenspiegels sneeuw- en ijsvrij (een kijkgaatje door de voorruit is niet voldoende en onveilig).
Verwijder sneeuw van je lichten, motorkap, het dak en het kofferdeksel.
Tijdens de rit
Afstand houden
Hou genoeg afstand van je voorligger, dan heb je een beter overzicht en kan je veilig afremmen op de motor.
Laat extra afstand tussen de auto voor en achter je als je invoegt of van rijstrook wisselt.
Pas de 4-secondenregel toe voor een veilige volgafstand in plaats van de 2-secondenregel in normale omstandigheden. Zing 2 x ‘Last night a DJ saved my life’ om de veilige volgafstand tot je voorganger te bepalen.
Door de extra ruimte kan je nog veilig stoppen of vertragen in onverwachte situaties.
Snelheid aanpassen
Pas je snelheid aan en hou genoeg afstand van je voorligger, zodat je kan afremmen op de motor.
Dat doe je door simpelweg het gaspedaal te lossen.
Met een handgeschakelde wagen, schakel je ook terug naar een lagere versnelling.
Vermijd abrupt remmen, versnellen, sturen of schakelen.
Vertraag voor je een bocht neemt.
Wees alert
Let extra op voetgangers en (brom)fietsers en vertraag in hun buurt.
Hou voldoende volgafstand en zijdelingse afstand tot voetgangers en (brom)fietsers.
Kijk ver vooruit, zo kun je beter anticiperen op mogelijk gevaarlijke situaties zoals een plotselinge file of een obstakel op de weg.
Rij extra voorzichtig op bruggen en viaducten (verhoogd risico op ijsplekken).
Als het fout loopt
Ga je aan het slippen?
Remmen heeft in deze situatie geen zin.
Druk het ontkoppelingspedaal in tot de wielen weer grip krijgen (bij een auto met handmatige versnellingen).
Los zacht en stelselmatig het gaspedaal (bij een automaat of elektrische wagen).
Stuur bij.
Kijk naar de richting die je uit wil, niet naar eventuele obstakels die je wil vermijden.
Moet je toch een noodstop maken?
Bij een noodstop treedt het anitblokkeersysteem (ABS) in werking: dat voelt schokkerig aan en kan een ratelend geluid maken.
Hou het rempedaal krachtig ingedrukt.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de grip bij sneeuw en gladheid en bij koude temperaturen in het algemeen.
Toch blijft je remweg nog altijd langer dan in normale omstandigheden.
Wees altijd extra voorzichtig bij slecht weer, ook als je winterbanden hebt. Er zijn veel meer factoren die de veiligheid van de situatie beïnvloeden dan je banden.
Welkom! Onze website maakt gebruik van cookies en soortgelijke technologieën. Dit helpt ons om u een betere gebruikerservaring te bieden wanneer u onze website bezoekt en stelt ons ook in staat om deze te optimaliseren. Wij plaatsen alleen strikt noodzakelijke cookies zonder uw voorafgaande toestemming. Voor alle andere cookies zullen wij u eerst om toestemming vragen. Lees ons privacy- en cookiebeleid voor meer informatie.