Tips om kinderen correct en veilig vast te klikken

Het kinderzitje correct vastmaken in de auto

Kinderzitjes zijn alleen veilig als je ze op de juiste manier bevestigt in de auto, volgens de handleiding. Dat kan heel verschillend zijn bij de verschillende soorten en merken. Sommige merken hebben op hun website handige filmpjes staan van hoe je hun specifieke types correct installeert in de auto. Dat kan nuttig zijn.

Sommige kinderzitjes moet je met de veiligheidsgordel vastmaken in de auto. Andere hebben Isofix-bevestigingshaken. Die informatie staat altijd in de handleiding.

Sommige zitjes moet je tegen de rijrichting plaatsen en andere met de rijrichting mee. Ook dat lees je in de handleiding.

Klik je kind met de riempjes in het zitje vast.
Let erop dat de riempjes plat op het lichaam liggen (niet gedraaid).
De schouderriempjes moeten op schouderhoogte vertrekken. In de meeste zitjes kun je die in de hoogte verstellen. Pas de hoogte aan aan de grootte van je kind.
Span de riempjes altijd aan. Kijk na in de handleiding hoe je dat doet. Er mag maximaal 1 cm speling zitten tussen het riempje en het lichaam van je kind (+/- vingerdikte tussen riem en schouder). Doe je kind daarom geen te dikke jas aan in de auto.
Controleer regelmatig tijdens de rit of je kind zich niet uit de riempjes wringt.

Gordel nergens gedraaid Vertrekt op schouderhoogte

Aanspannen, max 1 cm speling Kind controleren

Klik je kind met de veiligheidsgordel vast op het verhogingskussen.
Heeft je verhogingskussen een rugleuning en hoofdsteun? Stel de hoogte dan altijd correct af.
Zorg dat het bovenste deel van de gordel op schouderhoogte vertrekt. Gebruik daarvoor de rode gordelgeleiders van de rugleuning als die er zijn. Zo kan de gordel niet in de hals snijden.
Het hoofd mag niet boven de hoofdsteun komen.
De gordel loopt plat over de schouder, schuin naar de heup, waar je de gordel vastklikt.
Het onderste deel van de gordel moet onder de armsteuntjes lopen. Gebruik daarvoor de gordelgeleiders als die aanwezig zijn. Zo ligt de gordel plat op de heupen. Hij mag niet over de buik lopen. Span de gordel ook voldoende aan.
Zorg ervoor dat de gordel overal plat op het lichaam ligt (niet gedraaid).
Let erop dat het kind de gordel niet onder de arm steekt of losmaakt.

Juiste hoogte Vertrekt op schouderhoogte

Hoofd niet boven rand Plat op de schouder Plat op heupen, onder armsteunen

Nergens gedraaid Niet onder de arm, kind controleren